Hoi, taalgenoten,
We gaan allemaal dood. Doodgaan is het enige proces, afgezien van geboren worden, waarin ieder mens op aarde gelijk is aan ieder ander mens. Rijk en arm, jong en oud, mooi en minder aantrekkelijk, gewond of invalide of top sporter; het maakt allemaal niks uit. We gaan gewoon allemaal dood.
En bijna niemand vind het leuk.
Zeker, talloze mensen snakken naar de dood, maar is dat omdat de dood en het doodgaan op zich zo leuk lijken? Nee, veel mensen kunnen het leven en het lijden vaak niet meer aan en voor die groep mensen betekent doodgaan een einde aan dat lijden. Maar daarmee is doodgaan nog niet leuk; het is gewoon het mindere van twee kwaden.
Stel je nou echter eens voor, dat doodgaan niet het einde is van het bestaan? En stel je voor, dat de ziel van ieder mens na de dood verder leeft, en dat niet alleen, maar ook verder lijdt! Is dat niet een vreselijk vooruitzicht? Heb je hier op de Globus van de Aarde hevig geleden, en denk je dat je daar door doodgaan vanaf bent, en dan blijkt dat je na de dood verder lijdt!
Doodgaan is niet leuk. Voor niemand. Ook al is het een einde aan het fysieke lijden. Maar indien doodgaan straks niets anders blijkt dan verder lijden, brrrr, dat is wel het ergste dat een mens kan overkomen. Nee, echt, zonder kwalificaties: het is werkelijk het ergste.
Wat is doodgaan
Doodgaan is iets heel anders dan wat bijna ieder mens denkt. Doodgaan is namelijk een kortstondig proces waarin een mens overgaat van de ene bestaans-dimensie (leven op aarde, de ziel verenigd met een lichaam en aangedreven door een geest) naar een andere bestaans-dimensie (de ziel alleen, bij bewustzijn, in het dodenrijk; het karkas vergaand tot op het bot1).
In die hierna komende bestaans-dimensie van het dodenrijk zijn er twee regio’s. Er is sprake van rust en vrede in de ene, Paradijs genaamd, en angst en donker en pijn en vertwijfeling in de andere, Tartarus.
Doodgaan is niet leuk. Maar doodgaan is een regelrechte ramp, wanneer je na het doodgaan tot de ontdekking komt dat je in de afschuwelijke regio Tartarus bent beland. Waar je niet weg kan, waar geen einde is aan pijn en angst, en waar geen sprankje hoop is. Geen uitzicht en geen respijt.
Wil je daar naar toe?
Zelfbedrog
Weet je hoe de meeste mensen met het vooruitzicht van het dodenrijk omgaan? Hier is het antwoord: ze vertellen zichzelf dat het dodenrijk niet bestaat.
Echt waar! Zo gaan veel mensen om met hun grootste angst, de angst voor de dood: ze vertellen zichzelf, en elkaar, dat er na de dood niks meer is. Mensen hebben zichzelf en anderen volslagen vals voorgelicht, maar dat is de enige methode die velen kennen, om met die angst om te gaan. Doodgaan is erg, want dan komt er een einde aan mijn heerlijke bestaan, zo vertelt men zichzelf. Of misschien is doodgaan zelfs helemaal niet zo erg, want als ik ziek ben en hevig lijdt, dan betekent de dood juist dat het lijden ophoudt. En in beide gevallen is er na de dood niks meer.
Maar dan blijkt dat er toch iets te zijn!
Christenbedrog
De tweede methode van ontkenning om met het vooruitzicht van een dodenrijk om te gaan, is door het model aan te hangen dat in het christendom wordt gehuldigd: er is wel een dodenrijk, maar dat is alleen voor anderen. Christenen maken zichzelf en anderen al eeuwen lang wijs dat zij er zelf niet naar toe gaan omdat ze na de dood direct naar de hemel mogen. Ook dit is (zelf)bedrog, want in het boek waarop het christendom zich baseert, de bijbel, is er geen letter over dat model te vinden. En een andere bron van kennis over het dodenrijk heeft de christen niet, omdat er nog nooit iemand uit het dodenrijk is weergekeerd om te vertellen hoe het daar is georganiseerd en aan toegaat.
Oh wacht! Ja, er is toch iemand uit het dodenrijk weergekeerd. De naamgever notabene van het christendom, die man die alle christenen op aarde aanbidden als hun heiland, die is niet alleen in het dodenrijk geweest, maar hij heeft er ook over verteld. Wat hij over het dodenrijk heeft verteld, dat willen de christenen echter niet weten. En weet je hoe de christenen daarmee omgaan, met de boodschap van hun christus? Hier is het ontnuchterende antwoord: ze ontkennen het. Sommige christenen vertellen elkaar dat hun heiland niet in het dodenrijk is geweest, maar dat hij in de hel was. Andere christenen vertellen elkaar dat hij niet in het dodenrijk was maar in de hemel, waar ze zelf ook naar toe mogen. En weer andere christenen menen dat hij wel in het dodenrijk was maar dat het allemaal niet belangrijk is omdat zij er zelf toch niet naar toe gaan,
Achter welke door mensen bedachte geloofsverbastering christenen zich ook verschuilen, één ding aanvaarden zij allen: de christus die vertelt heeft hoe het in het dodenrijk is georganiseerd, die heeft ook gezegd (beweren christenen) dat iedereen die in hem gelooft er niet naar toe hoeft maar na de dood direct naar de hemel gaat. En ook al rept de bijbel daar met geen letter over, wel, gelukkig beschikt het christendom over een onvermoeibaar peloton theologen, bijbelgeleerden die niet ophouden te demonstreren welke passages uit de bijbel zodanig kunnen worden uitgelegd, dat het de gewenste droom bevestigt.
Struisvogel
De mens die niet nadenkt over het bestaan na de dood is de ultieme struisvogel. En deze ultieme struisvogel behoort tot de weinige levende soorten die niet met uitsterven worden bedreigt. Integendeel, iedere dag komen er talloze bij. En dat is niet alleen, of niet hoofdzakelijk, omdat er steeds meer mensen worden geboren die deze levenswijze aanhangen, maar ook omdat er dagelijks mensen zijn die tot het struisvogelisme toetreden. Mensen die eerst geloven in een bestaan na de dood (ook al weten ze niet precies wat ze zich daarbij moeten voorstellen) of mensen die onzeker zijn en het een noch het ander uitsluiten, maar toch op enig moment tijdens hun leven besluiten dat ze alle gedachten aan een dodenrijk voortaan verwerpen.
Doodgáán is niet leuk. Dood zíjn is echter voor bijna iedereen die niet over de dood nadenkt, nog veel minder leuk.
Mijn wens
Ik zou het iedereen wel willen besparen. Nou ja, moordenaars en verkrachters niet, als ik eerlijk ben, en corrupte politici die het leven van eenvoudige mensen tot een hel maken, die mogen wat mij betreft ook wel een behoorlijke tijd aan den ziele ondervinden wat ze anderen hebben misdaan, maar over het algemeen zou ik willen dat iedereen in de goede regio van het dodenrijk terecht komt, en daar in rust en vrede kan blijven slapen tot het definitieve of eindoordeel.
Ik ben echter bang, dat veel van de mensen die ik het verblijf in Tartarus zou willen besparen, daar toch terecht komen. Want weet je wat zo vervelend is? De mensen die zichzelf hebben overtuigd dat er na de dood niks meer is, en dat de dood dus niks is om je zorgen over te maken, die zitten niet te wachten op mijn waarschuwing. En ook niet op waarschuwingen van anderen. Hebben ze eindelijk hun angst voor de dood overwonnen door zichzelf te overtuigen dat er na de dood niks meer is, zijn ze eindelijk af van die gedachten en die nachtmerries, en dan komt er iemand die alles weer oprakelt. Is het vreemd dat mensen niet willen luisteren of spreken over het dodenrijk?
Van de meesten van hun vrienden en bekenden en familie en collega’s hebben ze overigens niks te vrezen, die zitten namelijk allemaal in het zelfde Titanicje, en van elkaar hoort dus niemand iets over een dodenrijk.
Mijn wereld
In deze wereld zitten we dus nu. Ik zie nauwelijks nog vrienden meer, geen collega’s en geen kennissen. En wat er nog van mijn familie over is ben ik ook min of meer kwijt.
Mijn vrienden daarentegen hebben elkaar. Mijn vroegere collega’s ook, en anders houden ze wel gewoon contact. Mijn kennissen hebben netwerken vol wederzijdse kennissen. En het overblijfsel van mijn familie heeft alles met elkaar wel een kerk vol aangetrouwde familie erbij gekregen.
Hier is de situatie: ik ken, laten we zeggen, bij elkaar 200 mensen. En als ik zou willen ken ik er nog eens eens 300 bij van vroeger. Dat is 500 mensen.
Ik vermoed dat al die mensen wel eens bang of in ieder geval onzeker geweest zijn over de dood. Maar ze hebben die angst geneutraliseerd door zichzelf te overtuigen dat er na de dood niks meer is, in veilige aansluiting bij de heersende tijdgeest en de actuele waanstand van de wetenschap. Of ze hebben zich als vrome christen laten wijsmaken dat ze niet bang hoeven zijn voor de dood omdat ze straks, na de dood, direct naar de hemel mogen “om bij hun opgestane Heer te zijn.”
Van die vijfhonderd mensen die ik ken en erbij ken, weet ik van niet één dat ‘ie ervan overtuigd is dat na de dood het dodenrijk wacht, en dat men daar in één van de twee regio’s terecht komt. Niet één christen gelooft dat men na de dood naar het dodenrijk gaat (ze geloven allemaal in hun eigen hemelvaart) en van de atheïsten die ik ken en erbij ken, gelooft er niet één dat ‘ie bestaat uit een ziel en een lichaam.
Dus hier is mijn verklaring naar die vijfhonderd: ik geloof het wel.
Wanneer ik sterf voordat het einde der tijden is aangebroken, dan weet ik zeker dat ik naar het dodenrijk vertrek. Ik heb echter de hoop dat ik in de goede regio terecht kom en vredig kan slapen.
Dat er een dodenrijk bestaat is dus voor mij geen vraag. Deze overtuiging is gebaseerd op mijn aanname, dat de woorden waar en getrouw zijn die YHWH Elohiym, de Maker van Hemel en Aarde (christenen noemen hem abusievelijk God en Heere HEERE) door zijn profeten gesproken heeft over dit onderwerp.
Mijn hoop betreft dus niet het dodenrijk op zich, maar de regio daar. En deze hoop is gegrond op mijn geloof dat ook de woorden van Y’hoshua HaMashiyach (christenen noemen hem abusievelijk Jezus Christus) waar en getrouw zijn aangaande de twee regio’s. Ik zal dit in een andere schrijven uitwerken.
Ik ben dus overtuigd van het bestaan van het dodenrijk; ik hoop dat ik zelf naar de goede regio zal vertrekken; en ik zou willen dat veel meer mensen daar terechtkomen.
Maar van die vijfhonderd mensen die ik ken en erbij ken, daarvan heeft dus het ene deel alleen maar de hoop dat het dodenrijk niet bestaat, terwijl het andere, christelijke deel, de hoop heeft dat ze het dodenrijk zullen overslaan omdat ze linea recta naar de hemel denken te reizen.
Wanneer ik uiteindelijk gelijk blijk te hebben, dan heb ik het zelf hopelijk goed getroffen, maar hoeveel van die vijfhonderd mensen zal een onaangename verrassing te wachten staan?
Aan de andere kant, wanneer ik uiteindelijk ongelijk blijk te hebben, omdat het dodenrijk inderdaad niet bestaat, dan is er met mij niks meer of minder aan de hand dan met die vijfhonderd.
Lokatie
Tenslotte nog een paar woorden over de lokatie van het dodenrijk. We zijn het denk ik met elkaar over eens, dat de Globus van de Aarde bolvormig is. En er staat geschreven dat mensen afdalen naar het dodenrijk. Welnu, indien uiteindelijk alle mensen, waar ook ter wereld, afdalen naar het dodenrijk, kan dat alleen wanneer dat dodenrijk zich in het binnenste van de bol bevindt. Dat is dus de lokatie van het dodenrijk, het binnenste van de Globus van de Aarde.
Nu is het zo dat praktisch alle mensen, die niet geloven dat er een dodenrijk bestaat, wel geloven dat de wetenschappers gelijk hebben die beweren dat zich in het binnenste van de aarde een hete klomp magma bevindt. Terwijl geen wetenschapper ooit het binnenste van de aarde heeft gezien of anderszins waargenomen. Sterker nog, geen mens op aarde is het ooit gelukt om meer dan 20 kilometer diep te graven. Helemaal nooit. En het zal ook in de toekomst niet lukken, want het domein onder de aardkorst is niet voor de levende mens bestemd en de maker van hemel en aarde heeft het zo ingericht, toen hij de Globus van de Aarde formeerde, dat het domein onder de aardkorst ontoegankelijk zou blijven voor de fysieke mens.
Het interessante is dus, dat mensen die niet geloven in de verklaringen van enkele belangrijke personen uit de bijbel over het dodenrijk in het binnenste der aarde, wel geloven in de verklaringen van enkele onbelangrijke personen uit de wetenschap over dat binnenste der aarde. Terwijl de wetenschap ook nog toegeeft het niet zeker te weten, en om de zoveel tijd met een ander of aangepast verklaringsmodel op de proppen komt, waar de bijbel ondertussen al drieduizend jaar, consistent en coherent, niet alleen het dodenrijk beschrijft, maar ook de twee regio’s.
De meeste christenen hangen daar overigens zo’n beetje tussen: ze omarmen zowel de bijbel als de wetenschap, en wanneer die twee werelden met elkaar botsen kiezen ze ervoor om vroom te verklaren dat het denken in tegenstellingen niet zinvol is en dat het veel belangrijker is om elkaar en anderen te onderwijzen in het christelijk geloof en de hoop en de liefde van Jezus.
Niemand kan op basis van eigen waarneming antwoord geven op de vraag of er wel of geen dodenrijk is in het binnenste der aarde. Men weet ook, of zou behoren te weten, dat het alternatieve model, van een gloeiende klomp magma in het binnenste der aarde, een niet bewezen bedenksel is van wetenschappers die niemand bij naam kent, en dat bij iedere nieuwe ontdekking door weer andere wetenschappers, die ook niemand bij naam kent, weer moet worden aangepast.
Iedereen die het onderwerp ‘dodenrijk’ uit z’n gedachten weg-bonjourt, doet dat dus op basis van geloven in de woorden van andere mensen die niemand bij naam kent. Zo wordt ook een van de belangrijkste vragen van ons leven achteloos terzijde geschoven, de vraag wat er met een mens gebeurt na de dood.
Staat niemand er nou eens bij stil dat het veel slimmer is om zelf na te denken over de vraag wat er met je gebeurt na je dood, teneinde invloed te kunnen hebben op je eigen eindbestemming, in plaats van blind te vertrouwen op de bedenksels van wetenschappers die niets anders kunnen dan de vraag te ontwijken omdat geen van hen een antwoord heeft?
-
de Nederlandse uitdrukking “iemand tot op het bot uitkleden” komt van het feit dat een lichaam tot op het bot vergaat, waarna het proces stopt. Het vlees verteert maar de botten blijven. De uitdrukking doelt erop dat men niet nog meer van iemand kan afnemen dan wat reeds afgenomen is, omdat er niets meer over is. ↩
❧
Tags: dood, Globus van de Aarde, sterven, dodenrijk
Thema: Eindbestemming
Geschreven: 6 mei 2021
Je bent hier:  Inhoud Nederlands » Onderwerpen » Het Dodenrijk » Na de Dood