Twee definities vooraf
Tegen zichzelf verdeeld is niet hetzelfde als verdeeld in het algemeen.
- Verdeeld tegen zichzelf breekt de grondvesten van het gezamenlijke af, waardoor er geen gezamenlijk meer overblijft. Een huis, een land, een gezin, ze dreigen te verdwijnen wanneer ze tegen zichzelf verdeeld raken.
- Terwijl verdeeld in het algemeen eigenlijk alleen maar is: niet gezamenlijk of niet gelijktijdig. Een voetbalclub, bijvoorbeeld, kan verdeeld zijn in spelers op het veld en reservespelers op de bank, maar dat is geen bedreiging voor de club. Een kilo meel kan je verdelen in vier porties van een half pond maar daarmee wordt het begrip ‘kilo’ niet ondermijnd. Een etmaal is verdeeld in een periode van dag en een periode van nacht, maar niemand zal op het idee komen dat daardoor de etmalen mogelijkerwijs zouden kunnen verdwijnen.
Het woord ‘christenen’ betekent zeer beslist iets anders dan het woord ‘gelovigen’.
- Een christen is iemand die de dogma’s en de doctrines van de christelijke kerk aanhangt. Wanneer de oorspronkelijke Hebreeuwse bijbel iets anders leert dan de kerk, dan is de christen loyaal aan de interpretatie van de kerk. Wanneer de kerk van bepaalde passages in de bijbel beweert dat ze niet voor deze tijd gelden, of wel bedoeld waren voor de joden maar niet voor de christenen, of dat bepaalde geboden door de komst van Jezus zijn vervuld en daarmee opgeheven, dan gaan christenen daar over het algemeen gewillig in mee.
- Een gelovige daarentegen wijst juist alles af wat de kerk beweert dat in tegenspraak is met de leer van de bijbel.
Tegen zichzelf verdeeld
Y’hoshua HaMaschiyach, de eniggeboren zoon van de Elohiym van hemel en aarde, heeft eens gezegd dat een tegen zichzelf verdeeld huis niet kan standhouden. Hij zei dit in het kader van een confrontatie met de Farizieeën, die hem ervan beschuldigden, boze geesten uit te drijven in opdracht van, of met behulp van de duivel.
Doch Y’hoshua, kennende hun gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een iedere stad, of huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan. (Gecorrigeerde Statenvertaling van Mattheüs 12:25)
Dat geen enkele stad of huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, zal kunnen standhouden, geldt dus ook ten aanzien van het christendom, aangezien dat in wezen eveneens een ‘huis’ is, net zoals bijvoorbeeld het ‘Huis Yisra’el.’
Dit Huis van het Christendom bestaat uit een vermeend fundament en de realiteit van een machtig instituut.
Het vermeende fundament
- YHWH Elohim
- Y’hoshua HaMashiyach
- de Torah, de profeten, de psalmen
- profeten, apostelen, discipelen
- de geest van YHWH die mensen in waarheid leidt
Het machtige instituut
- de vertaalde Bijbel
- De Heere HEERE en Jezus Christus
- de drie-eenheid
- de kerkvaders, de concilies, en de geloofsbelijdenissen
- de vermeende kracht van de geest van een god die GOD heet
- geestelijk leiders oftewel theologen
- administratie, bestuur en infrastructuur
- zeer veel onroerend goed
Christenen denken dat het huis waarvan ze deel uitmaken gebouwd is op het onwankelbare fundament van het woord van de hoogste Elohiym die ze de HEERE God noemen. Maar in werkelijkheid bestaat dit huis uit kerkelijke dogma’s en doctrines en is het gebouwd op het drijfzand van foute vertalingen en valse leer.
Pekel van de Aarde
Is het erg dat het Huis van het Christendom op instorten staat? Hmm, eerlijk gezegd zal ik het christendom in zijn huidige vorm niet missen. Immers, wat voegen de kerken vandaag de dag nog toe aan het begrijpen en gehoorzamen van de bijbel? Welke bijdrage levert de kerk aan de samenleving? Hoe helpt de kerk om vervolgde christenen te beschermen? Waar is het protest van de kerk wanneer regeringen hun volk onderdrukken en onschuldige mensen de gevangenis in werpen?
Ik ben echter wel van mening dat wanneer dit huis uiteindelijk geheel zal zijn verdwenen, de teloorgang van de wereld in een versnelling zal raken. Christenen worden immers geacht het zout der aarde te zijn. En zout niet in de betekenis van smaakmaker, maar van pekel, oftewel conserveringsmiddel. Christenen zouden de pekel der aarde zijn, oftewel, de volgelingen van Y’hoshua HaMashiyach zorgen ervoor dat de aarde behouden blijft. Echter, nu christenen hooguit af en toe nog met de mond belijden dat ze de bijbel als ultiem gezag aanvaarden, maar in de praktijk van alledag hun geloofsleven onderwerpen aan de dogma’s en de doctrines van de kerk en de ‘bewijzen’ van de wetenschap, nu heeft die pekel zijn kracht verloren. Wat is er werkelijk nog dat de wereld voor verval en rotting en het einde bewaart, behalve het gebed van enkelingen in de verstrooiing?
Vroeger & nu
Theologen beweren sinds de 18e eeuw met toenemende stelligheid dat de bijbel niet bedoelt wat de bijbel zegt. Dat leidt uiteraard tot tegenstrijdigheden. Wat volgens de bijbel waar is, zou nu niet meer gelden. Wat volgens de bijbel niet mag, zou nu wel mogen. De voorwaarden die de bijbel noemt teneinde het Koninkrijk der Hemelen binnen te mogen gaan, zouden nu geen rol meer spelen. De bijbel, het fundament van het christendom staat tegenover de liberale leerstellingen van het Instituut Kerk.
In het Huis van het Christendom zijn de dakpannen gebarsten, de muren gescheurd, de ijzeren balken verroest, en de houten fundamenten verrot. Een van de taken die de theologie zichzelf heeft opgelegd, is al die barsten en scheuren, al die roest en al dat rot met een dikke laag krijtverf te bedekken zodat je het verval niet meer kunt zien. Ons spreekwoord ‘iets witwassen’ is niet afgeleid van de bekende praktijk met zwart geld zoals woordenboeken beweren, hoewel de term daar nu wel voor gebruikt wordt, maar is van veel oudere datum, namelijk van de praktijk van theologen zoals beschreven in de bijbel.1
Waar het ze nog niet is gelukt om de rot te bedekken, overal waar ze er niet bij kunnen, daar treffen we theologen aan die met mooie beloftes, met vrome woorden en met een onuitputtelijke verscheidenheid aan vrome feel-good teksten, beloven dat de nog zichtbare barsten en scheuren en roest en rot geen gevaar opleveren omdat het Huis van het Christendom tegenwoordig zo veel steviger is geworden ten opzichte van vroeger, toen de mensen nou eenmaal veel minder wisten dan wij nu.
Maar ieder die z’n ogen opent zal zien dat academische theologie niets anders is dan giftige bagger en duivels venijn. Het christendom is een tegen zichzelf verdeeld huis. Het is het woord van Elohiym contra de beweringen van de theologen, exact, precies, 100% gelijk als in de tijd van Y’hoshua. Het huis zal dus ten onder gaan.
Kerk op Marktpleinen
Overal in het land staan kerken in dorpen en steden, en vaak nog aan marktpleinen, waar die tenminste niet zijn bebouwd met betonnen parkeergarages of afgrijselijke flats. In al die kerken staan banken, en op die banken zitten gelovigen (want banken moeten staan, maar mensen mogen zitten). Op de kansel liggen bijbels met vertalingen van de woorden die de profeten en de Mashiyach en de apostelen en YHWH zelf hebben gesproken.
Terzijde: naam van deze website
Vergeving, bijvoorbeeld
Alle kerken bij elkaar, met de gemeentes die er wekelijks in samenkomen, vormen het Huis van het Christendom. En dit Huis van het Christendom is het zichtbare onderdeel van het Instituut Kerk. (Het onzichtbare onderdeel van het Instituut Kerk zijn de opleidingen van theologen, de concilies, de geheime netwerken, de manuscripten waar niemand bij mag, de duistere afspraken.)
In de kerken op de marktpleinen liggen bijbels met de woorden van de profeten en van de messias, op de kansels staan dominees, en de dominees beweren om de haverklap dat de profeten, of Jezus en zijn discipelen, dingen hebben gezegd, die zij in werkelijkheid niet gezegd hebben. Of dat ze niet hebben bedoeld wat ze wel hebben gezegd.
Een veelgepreekt thema van dominees betreft bijvoorbeeld de noodzaak voor christenen om mensen die hen kwaad doen te vergeven. Dit wordt steevast verkondigt als zou het gaan om een altijd geldende opdracht van Jezus Christus aan iedereen die hem wil volgen. Wat er in de bijbel staat is echter dat het om een voorwaardelijke opdracht gaat. De voorwaarde, die dominee’s bijna nooit toelichten, is dat een schuldenaar eerst berouw moet tonen en vergeving moet vragen voordat die plicht tot vergeving in werking treedt.
Lukas 17:3-4 En indien uw broeder tegen u zondigt, zo bestraf hem; en indien het hem leed is, zo vergeef het hem. En indien hij zevenmaal daags tegen u zondigt, en zevenmaal daags tot u wederkeert, zeggende: Het is mij leed; zo zult gij het hem vergeven.
De christelijke leer van onvoorwaardelijke vergeving is vals, want de opdracht van de bijbel is dat een overtreder eerst bestraft moet worden en vervolgens spijt moet betuigen. Christenen zouden eigenlijk allemaal het woord ‘indien’ eens moeten opzoeken in een woordenboek. De Dutch Monolingual Dictionary, bijvoorbeeld, weet heel goed wat ‘indien’ betekent:
- indien
- geeft een voorwaarde aan, in het geval dat - voorbeeld: wilt u bellen indien u verhinderd bent?
Dit woordenboek geeft hier een simpel toepassing van het woord ‘indien’ waarmee de definitie wordt geïllustreerd. Hier is ander voorbeeld: indien uw broeder u benadeelt moet u hem berispen of straffen en indien hij spijt heeft moet u hem vergeven.
Laten we in deze zin uit de bijbel het woord ‘indien’ eens vervangen door de definitie ‘in het geval dat.’ Dan krijgen we; in het geval dat u broeder u benadeelt moet u hem berispen of straffen.
Is er iemand op aarde die op het idee komt, dat we onze broeder ook moeten berispen of bestraffen wanneer hij ons niet benadeelt? Nee, natuurlijk niet. Iedereen begrijp de betekenis van indien, in het geval dat, en iedereen begrijpt ook dat het om een voorwaarde gaat. Waarmee onlosmakelijk verbonden is, dat wanneer die voorwaarde niet van toepassing is, de bepaling dan ook niet relevant is. We kunnen de betekenis van de zin ‘indien uw broeder u benadeelt moet u hem berispen’ namelijk ook omkeren, en dan krijgen we, ‘indien u broeder u niet benadeelt valt er niets te berispen.’
Er is geen dominee op aarde, die ooit een preek gehouden heeft waarin hij zijn gemeente aanmoedigde om mensen te straffen die geen overtredingen hebben begaan. Ik weet dat natuurlijk niet zeker, want ik heb niet alle preken gehoord die ooit er op aarde gepreekt zijn (godzijdank!) maar het lijkt me wel hoogstwaarschijnlijk.
Nu echter het tweede deel van dezelfde zin; ‘en indien hij spijt heeft moet u hem vergeven.’ En wat blijkt nu? Plotseling zijn de dominees het spoor bijster en beleren ze hun gemeentes dat het woord ‘indien’ hier geen betekenis heeft.
Kijk, op exact dezelfde wijze als we in het eerste deel van de zin ‘indien’ hebben vervangen door ‘in het geval dat’ kunnen we dat in het tweede deel van dezelfde zin natuurlijk ook doen. We krijgen dan, ‘in het geval dat hij spijt heeft moet u hem vergeven.’
En ook nu kunnen we zaak van de andere kant beschouwen; ‘en indien hij geen spijt heeft dient u hem niet te vergeven’ en voor bijna iedereen zal duidelijk zijn, dat het allemaal heel logisch is, en op de volle instemming kan rekenen van ons gezond verstand.
Behalve dominees en andere theologen en alle christenen die zich door deze mensen als makke schapen laten leiden. Geen dominee preekt dat we een broeder moeten bestraffen die ons niets heeft gedaan, maar talloze dominees preken dat we iemand die ons heeft benadeeld wel moeten vergeven ‘in het geval dat’ die persoon geen berouw heeft getoond.
Ik zal in een separaat artikel over Lukas 17:3 een aantal voorbeelden geven van deze praktijk, maar voor nu gaat het erom, dat dominees beweren dat de bijbel iets anders zegt dan de bijbel bedoelt.
Teken aan de Wand
In één van de kerken op de marktpleinen zitten gewone christenen op de banken, en ze luisteren naar de misleidende woorden van hun dominee. Plotseling verschijnen er grote letters op de muur,2 net zoals we lezen in hoofdstuk 5 van het boek Dani’el. Wanneer de onzichtbare hand uitgeschreven is, lezen de stomverbaasde gelovigen:
“Deze kerk behoort tot het verdeelde Huis van het Christendom. Het staat op instorten. Ga uit van dit pand!”
Ook de dominee leest de tekst. Hij is even verbaasd, maar al snel keert hij zich weer om en vertelt met een krachtige, doch rustige stem dat de gemeenteleden zich niet ongerust hoeven te maken, want waarschijnlijk zijn Jonnie en Ruben een grap aan het uithalen. Ze zullen wel uit de zondagsschool zijn weggeglipt en het lijkt erop, dat ze nu met de beamer uit de consistoriekamer aan het spelen zijn.
Instortingsgevaar
Nu gaat het er voor de gewone gelovigen om spannen. De kerk waarin ze zitten is onderdeel van een verdeeld huis, en volgens de zoon van Elohiym zal het dus vroeger of later instorten.
En of dat nou letterlijk is, of figuurlijk, zou dat wat uitmaken? Er verschijnt een dringende aankondiging; letterlijk een teken aan de wand. Zoals overigens het feit dat de kerken leeglopen in figuurlijke betekenis een teken aan de wand is. Hoe het ook zij, door een aardbeving in Groningen, of door een ombouw tot moskee, of door herbestemming tot bibliotheek, of door vervolging; zowel de individuele gebouwen, als het wereldwijde Huis van het Christendom zullen instorten.
Terzijde: andere rol van de Kerk
Waar het dus op neerkomt: wat doen de gewone christenen? Verlaten zij het verdeelde huis voordat het instort? Of laten zij zich als makke schapen in slaap sussen en eindigen zij samen met hun theologen onder het vallend puin?
Ballingschap naar Babylon
Vlak voordat het Huis van Yehuda in 588 BC ten onder zou gaan, liet YHWH door zijn profeet Yirmeyahu bekend maken, dat al wie bereid zou zijn om de stad in ballingschap te verlaten, in leven zou blijven, maar dat iedereen die dat weigerde, om zou komen tijdens de verwoesting van de stad. En zo geschiedde.
Jer 38:17-18 Yirmeyahu dan zeide tot Zedekia: Zo zegt YHWH, de Elohiym der heirscharen, de Elohiym van Yisra’el: Indien gij gewilliglijk tot de vorsten des koning van Babel zult uitgaan, zo zal uw ziel leven, en deze stad zal niet verbrand worden met vuur; en gij zult leven, gij en uw huis. Maar indien gij tot de vorsten des konings van Babel niet zult uitgaan, zo zal deze stad gegeven worden in de hand der Chaldeen, en zij zullen ze met vuur verbranden; ook zult gij van hun lieder hand niet ontkomen.
(lees het na in hoofdstuk 38 & 39)
Jer 39:10 Maar van het volk, die arm waren, die niet met al hadden, liet Nebuzaradan, de overste der trawanten, enigen overig in het land van Juda; en hij gaf hun te dien dage wijngaarden en akkers. (gecorrigeerde Statenvertaling)
Welnu, de vijand staat voor de poorten van het Huis van het Christendom. Ook dit huis is al bezig ten onder te gaan want het kan zich niet verdedigen aangezien het tegen zichzelf verdeeld is. Al wie het Huis van het Christendom niet wil verlaten, die zal samen met dit huis verdwijnen.
Slotgedachte
Ik zie grote overeenkomst tussen het Huis van Yehuda van vroeger en het Huis van het Christendom van tegenwoordig. Ook nu, denk ik, zullen diegenen die bereid zijn dit huis tijdig te verlaten (buiten de kerk in een soort ballingschap gaan) kans maken bewaard te worden. De talloze christenen echter, die zich blijven laven aan de misleidende geruststellingen van de valse profeten op de kansels, zullen meemaken dat al hun zekerheden verdwijnen. En waar kunnen ze dan nog op terugvallen? Wie zal hen helpen of leiden? En hoe moeten ze om hulp roepen naar hun god, als ze niet eens weten hoe hun god heet?
Notitie
Voorbeelden van de wijze waarop theologen Lukas 17:3 naar hun hand zetten zijn uitgewerkt op de pagina Vergeving? Geen spijt dan ook geen vergeving. Lukas
-
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden, want gij zijt den witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinigheid. Mattheus 23:27, Statenvertaling ↩
-
Ons spreekwoord “Een teken aan de wand” komt van het verhaal in Dani’el, niet van de een of andere graffiti artiest. ↩
❧
Tags: dogma, vertalingen
Thema: Huis van het Christendom
Je bent hier:  Inhoud Nederlands » Onderwerpen » Christendom » Verdeeld Huis - 2