Toelatingseisen, onderdeel van de uitleg over de laatste pagina van Openbaring.

Twee vragen

Openbaring 22 vers 14-17 stelt ons voor twee vragen.

  1. denken hedendaagse christenen dat alleen zijzelf de exclusieve uitverkorenen zijn die straks het nieuwe Jerusalem binnen mogen?
  2. wanneer precies zijn de voorwaarden voor toegang tot het Koninkrijk der Hemelen veranderd?

De christenen ten tijde van de Statenbijbel van 1648, en herzien in 1750, geloofden, dat de mensen die de geboden bewaarden (gehoorzaam waren aan de geboden) het recht zouden krijgen om de stad binnen te mogen.

De christenen van nu, die recente versies van de bijbel gebruiken, geloven dat mensen hun kleren moeten wassen om die stad binnen te mogen.

Vervolg vragen

  1. Wie van de christenen heeft zijn kleren gewassen in bijbelse zin? Wat is dat überhaupt, in bijbelse zin je kleren wassen? Hoe kun je je kleren wassen als niet niet weet welke kleren, en met welk wasmiddel, en door wie moet je laten controleren dat je kleren gewassen zijn?
  2. De christenen van vroeger hebben niet hun kleren gewassen, want toen de christenen van vroeger leefden bestond in de Nederlandse en Duitse en Engelse bijbels het hele toegangscriterium nog niet. Dat is immers pas later bedacht door de vertalers van het Eeuwigdurende Griekse Grondtekst Project. Omdat de christenen van nu geloven dat alleen de mensen die hun kleren hebben gewassen het recht krijgen om de stad binnen te gaan, en de christenen van vroeger met 100% zekerheid niet aan die voorwaarde voldoen, omdat ze eenvoudig weg niet wisten dat het vereist was, wie denken de christenen van nu dan tegen te komen in die stad uit de groep van christenen van vroeger?
  3. Oftewel, geloven christenen van nu dat ze straks zelf wel die stad binnen mogen, omdat ze hun kleren hebben gewassen, en geloven ze dan ook dat de ze niemand van de christenen van vroeger zullen aantreffen in die stad?
  4. Indien het werkelijk zo is dat om de stad binnen te mogen het vereist is om de kleren te hebben gewassen, en de christenen van vroeger hebben dat zeker niet gedaan, en mogen dus de stad niet in, waar denken de christenen van nu dan dat de christenen van vroeger heen zullen gaan aan het einde der tijden, als het niet die stad is?
  5. Binnen in de stad zijn de christenen van nu, die hun kleren hebben gewassen, want zij alleen mochten door de poorten de stad binnenlopen, en buiten zijn de hoereerders en de bedriegers en de moordenaars, waarvan iedereen beweert dat het de goddelozen betreft. Maar waar blijven dan de christenen die wel christen zijn maar niet hun kleren hebben gewassen omdat ze de pech hadden te leven in een tijd dat de Statenvertaling hen niet alert maakte op de vereiste om hun kleren te wassen? Moeten de christenen van vroeger dan werkelijk de eeuwigheid doorbrengen tussen de moordenaars en hoereerders?
  6. Waarom heeft de bijbel van nu al die mooie beloftes voor de christenen van nu die hun kleren hebben gewassen, maar heeft de bijbel van nu niets te melden over de miljoenen christenen van vroeger die gehoorzaam zijn geweest aan de bijbel van vroeger? Indien de bijbel veranderd kon worden van bijbel van vroeger (geboden gehoorzamen) tot bijbel van nu (kleren wassen), dan had de bijbel toch ook wel een korte samenvatting kunnen opnemen over wat er met de christenen van vroeger zou gebeuren?
  7. Of is het zo dat de christenen van vroeger toch de komende stad binnen mogen op grond van het feit dat ze voldaan hebben aan de toelatingseisen die toen van kracht waren volgens de bijbel van vroeger, terwijl de christenen van nu de stad binnen mogen op grond van het feit dat ze voldoen aan de toelatingseisen van nu zoals we die kennen uit de bijbel van nu? Dat lijkt redelijk.
  8. Maar indien 7 juist is, dan betekent dat, dat de toelatingseisen om straks het nieuwe Jeruzalem binnen te mogen ergens tussen 1648 en 1912 veranderd moeten zijn.
  9. En het levert de bijzondere situatie op, dat er straks gelijktijdig twee totaal verschillende toelatingseisen naast elkaar bestaan, en dat je geboortejaar bepalend is voor welke van de twee toelatingseisen op jou van toepassing zijn.
  10. En zal er misschien nog een coulance regeling van kracht zijn? Zullen God de Vader en God de Zoon en God de Heilige Geest met elkaar in conclaaf gaan om te besluiten dat mensen die na WO1 zijn geboren en die nog aan de toelatingseisen volgens de Statenvertaling voldoen, toch naar binnen mogen, ook al hadden ze eigenlijk al aan de nieuwe eisen volgens de 1912 vertaling van Leiden moeten voldoen? En moeten die mensen dan bewijzen dat ze al die tijd de Statenvertaling hebben gebruikt? Of moeten ze een verklaring ondertekenen? Of krijgen de engelen die de toegangspoorten bewaken speciale leugen-detectie apparaatjes?
     
     
     

INT. HEMELPOORT – VROEGE OCHTEND

In de hemelse gewesten staan de ontwikkelingen niet stil. Ook hier wordt onderzocht of de hemelpoorten uitgerust moeten worden met scanners en leugendetectors. Sommigen zijn er voor, anderen zijn tegen. De Engelenraad heeft besloten een proef te doen bij een van de minder vaak gebruikte poorten, waar aspirant-bewoners van de komende stad door een ballotage-engel te woord worden gestaan.

ENGEL AAN DE POORT

Hallo, wie bent u?

PIET DE JONG

Goedemorgen. Ik ben Piet de Jong.

ENGEL AAN DE POORT

En heeft u uw kleren gewassen?

PIET DE JONG

Ik heb altijd schone kleren aan. Al moet ik toegeven dat mijn vrouw daar steeds voor zorgde, niet ik zelf. Maar waarom vraagt u dat? Mijn lichaam ligt toch dood daar beneden op aarde? Waar heb ik dan nu nog kleren voor nodig?

ENGEL AAN DE POORT

Weet u dan niet wat er in Openbaring 22 vers 14 staat?

PIET DE JONG

Mijn geheugen is niet meer zo goed. Alzheimer, ziet u?

ENGEL AAN DE POORT

Alzheimer? Nee, die ken ik niet. Maar dat maakt niet uit, want het gaat om u, en u had moeten weten dat er in Openbaring 22 vers 14 staat: Zalig wie hun kleren wassen om te kunnen beschikken over de levensbomen en door de poorten de stad binnen te gaan.

PIET DE JONG

Nee, er gaat geen belletje rinkelen. Ik heb altijd de geboden in acht genomen want ik geloofde oprecht dat dat van ons gevraagd werd.

ENGEL AAN DE POORT

Hmm. Waar en wanneer bent u geboren?

PIET DE JONG

Alkmaar in Nederland, in 1982.

ENGEL AAN DE POORT

Oei, dat is dan toch een probleem, want in 1982 had je in Nederland al lang de de NBG51 vertaling van de bijbel, en dus had u kunnen weten dat u niet de geboden moet gehoorzamen om hier naar binnen te mogen, maar uw kleren moet wassen.

PIET DE JONG

Maar ik heb geen NBG51 bijbel. Nooit gehad! Ik heb altijd de Statenvertaling van 1648 gebruikt.

ENGEL AAN DE POORT

Werkelijk?

PIET DE JONG

Ja!

ENGEL AAN DE POORT

Okay, druk deze twee sensoren even op uw voorhoofd, dan zal ik u nog wat vragen. Hoe heet u?

PIET DE JONG

Piet de Jong, dat heeft u net ook al gevraagd.

ENGEL AAN DE POORT

Ja, maar ik moest even de baseline of truth instellen. Klaar! Welke bijbel heeft u gelezen tijdens uw leven?

PIET DE JONG

De Statenvertaling van 1648.

ENGEL AAN DE POORT

Aha, de polygraaf geeft aan dat u de waarheid spreekt. Goed, de Statenvertaling leert inderdaad dat mensen de geboden moeten bewaren om hier naar binnen te mogen. U mag dus hier door de poort de stad in. Gefeliciteerd, en een fijne tijd gewenst.

END


Ik begrijp dat deze schets enigszins absurd is, maar wat heel wat christenen niet schijnen te begrijpen, is dat dit de consequentie is van de absurditeit van theologen. Theologen pretenderen immers dat zij ergens in de 18e of 19e eeuw gerechtigd werden om de voorwaarden te veranderen die Y’hoshua HaMashiaych in de 1ste eeuw heeft meegedeeld aan Yochanan.

Christelijke theologen beweren om de haverklap dat Jezus Christus goddelijk is, maar als die goddelijke Jezus dan iets zegt dat hen niet aanstaat, dan denken de hooggeleerde heren theologen dat ze bevoegd zijn om het woord van die goddelijke Jezus te kunnen veranderen.

Het zit zo. De christenen van vroeger lazen de Statenvertaling van de Openbaring van Johannes, en daarin wordt duidelijk vermeld dat de mensen die de geboden bewaren het nieuwe Jeruzalem binnen mogen.

Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad.

— Statenvertaling

De christenen van nu lezen andere vertalingen van de Openbaring van Johannes, en in die recentere vertalingen is niets meer te vinden over het bewaren van geboden als toelatingseis.

Zalig wie hun kleren wassen om te kunnen beschikken over de levensbomen en door de poorten de stad binnen te gaan.

— Leidsche vertaling

De christenen van nu krijgen te horen dat ze aan een geheel andere voorwaarde dienen te voldoen, namelijk hun kleren wassen. Ook al is er helemaal niemand onder de christenen van nu die durft te beweren dat wanneer christenen hun kleren wassen die kleren dan ook werkelijk gewassen zijn, maar wanneer atheïsten hun kleren wassen die kleren nog steeds vuil zijn, toch zijn ze ervan overtuigd dat uitsluitend hun manier van kleren wassen toegang geeft tot het hemelse koninkrijk, omdat hun kleren gewassen worden door het mirakel van het geloven in Jezus, terwijl de atheïsten geloven dat er nou eenmaal geen betere is dan Miele.

Het is uiterst vreemd. Protestantse gelovigen zijn het zeer oneens met Rooms Katholieke gelovigen, onder andere omdat protestantse gelovigen niets moeten hebben van de hostie die volgens de Rooms Katholieke kerk door het wonder van transsubstantiatie daadwerkelijk het lichaam van de christus wordt. Transsubstantiatie betekent “verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus in het sacrament van het altaar” en volgens protestantse gelovigen is het een verwerpelijk bijgeloof om te denken dat wanneer men een hostie eet, men dan daadwerkelijk het lichaam van de christus eet.

Maar zelf geloven protestantse christenen op precies dezelfde wijze in hun eigen mirakelse transsubstantiatie. Ze lopen rond op aarde en dragen kleren, dan neemt iemand Jezus aan als heiland, en hupsakee, ogenblikkelijk zijn diens kleren daadwerkelijk gewassen in het bloed van diezelfde christus en mag hij of zij straks het hemelse koninkrijk in.

Het christendom wordt overeind gehouden door het geloof in de onveranderlijke waarheid van de bijbel. Maar blijkbaar verschijnen er aan theologen af en toe visioenen waarin hen wordt opgedragen om toch enkele punten te wijzigen.

Zo heeft YHWH Elohiym door toedoen van de theologen al een naamsverandering moeten ondergaan, en heet hij nu de HEERE God. En ook is hij niet meer in zijn eentje God, maar sinds AD 325 Voorzitter geworden van een driepersoonschap dat Trinitas heet. Daarnaast moesten de theologen ergens tussen de Statenvertaling en de Leidsche vertaling blijkbaar ook de toegangseisen voor het hemels koninkrijk veranderen, want eerst mochten daar alleen de mensen naar binnen die de geboden van die HEERE God bewaarden, maar ergens gedurende de 19e eeuw heeft de Alfa en de Omega zich blijkbaar bedacht en nu verlangt hij dat mensen hun kleren wassen.

Ik begrijp atheisten

Ik begrijp atheïsten wel. De meeste christenen zijn inconsequent en hun geloof is incoherent. Hun dominee’s prediken absurditeiten en de kudde slikt het niet alleen als zoete koek, weggespoeld met lauwe melk, want kauwen kan de kudde niet, maar als je individuen uit de kudde wil uitleggen wat voor dwaalleer ze volgen, dan gaan de kuddedieren die nonsens ook nog eens verdedigen.

Want één ding geldt voor alle kuddedieren: ze willen koste wat het kost bij de kudde blijven horen. Ze hebben een uiterst gevoelige antenne voor wat de groep goedkeurt en afwijst, en zodra iemand iets hoort waarvan men denkt dat de andere dieren van de kudde het niet zullen accepteren, wijst men het met klem en grote vastberadenheid af. Doodsbang zijn kuddedieren niet voor het dodenrijk, maar om door de kudde te worden verdacht van openstaan voor verkeerde meningen.

Daarentegen begrijp ik atheïsten aan de andere kant ook weer niet. Want ze zien bij christenen waar kuddegedrag toe leidt, en ze hebben er (terecht) de grootste minachting voor, maar zelf zitten zij ook in een kudde, en de leden van die atheïstenkudde gedraagt zich exact zo als de theïsten van de christenkudde. Atheïsten hebben minachting voor christenen die niet zelfstandig kunnen denken, maar ze baseren hun minachting op onbewezen argumenten die aangedragen worden door anderen, waaruit blijkt dat ook zij niet zelfstandig kunnen denken.

Samenvatting

Aan het begin stelde ik twee vragen. En dit zijn mijn gedachten erover.

1) denken hedendaagse christenen dat alleen zijzelf de exclusieve uitverkorenen zijn die straks het nieuwe Jerusalem binnen mogen?

In overgrote meerderheid geloven christenen dat ze zich niet meer hoeven houden aan de geboden. Dat wordt hen al meer dan eeuw onderwezen tijdens de preken die ze zondags horen, de boeken die ze lezen en de bijbelstudies die ze bijwonen. Tevens worden ze in die positie bevestigd door de bijbels die ze thuis in de kast hebben staan.

Desondanks kunnen we niet 100% uitsluiten dat er toch nog enkele christenen zijn die zich ook in de 21ste eeuw aan de geboden houden.

Om nu de vraag te beantwoorden, ik denk dat de meeste christenen niet zo ver durven gaan om de enkelingen onder hun broeders en zusters die zich nog aan de geboden houden, te vertellen dat ze op die manier hun zieleheil op het spel zetten. Maar ik denk ook, dat al die christenen die geloven dat hun kleren zijn gewassen door hun geloof in Jezus, niet van plan zijn om terug te keren tot het gehoorzamen van de geboden.

2) wanneer precies zijn de voorwaarden voor de toegang tot het Koninkrijk der Hemelen veranderd?

Wel, ook in de Jongbloed editie van de Statenvertaling, uitgegeven in 1750, wordt het houden van de geboden nog genoemd als voorwaarde om het Koninkrijk binnen te mogen. Maar in de Leidsche vertaling van 1912 staat dat mensen kun kleren moeten wassen. Dus ergens tussen 1750 en 1912 moeten de toegangseisen voor de poort van het Koninkrijk der Hemelen zijn veranderd.


Tags: Openbaring, eindtijd
Thema: Koninkrijk der Hemelen
Geschreven: 16 januari 2016
Je bent hier:  Inhoud Nederlands » Kennis en uitleg over de bijbel » Openbaring 22 » Openbaring 22