1.
FADE IN:
INT. GROTE PLAATS - KERK - DAG
Een MAN loopt een kerk binnen. Grote kerk, plafond van indrukwekkend hoge kruisbogen, glas-in-lood ramen, houten banken en preekstoel versierd met houtsnijwerk. Verder geen schilderijen of fresco’s. Geen enkel beeld. Op de kansel staat een DOMINEE in zijn zwarte gewaad met een dog-collar, die smalle witte band om zijn hals. De dominee leest voor uit de grote preekstoel bijbel. Iets over JEZUS. Kerkgangers zitten verspreid over de banken en luisteren naar de dominee, twee toeristen staan bij een van de pilaren op gedempte toon met elkaar te praten.
De man gaat zitten op een bank vlak voor de preekstoel. Hij luistert even, maar staat al snel weer op. Hij richt zich tot de dominee.
MAN
Dominee, weet u hoe ik God kan vinden?
De dominee is duidelijk niet gediend van de onderbreking en hij kijkt de man even kwaad aan. Maar hij beheerst zich, en geeft toch antwoord.
DOMINEE
U kunt God niet vinden. Niemand kan God vinden.
MAN
Maar hoe heeft u hem dan gevonden?
DOMINEE
Ik heb God niet gevonden, maar God heeft mij gevonden.
MAN
Wat moet ik dan doen dat God ook mij zal vinden?
De kerkgangers hebben zich zo gedraaid dat ze beide sprekers kunnen zien. De twee toeristen zijn gestopt met praten.
DOMINEE
U kunt niets doen. Als het God’s wil is zal hij u wel weten te vinden.
MAN
Maar ik heb een vraag aan God!
2.
DOMINEE
Wat wilt u God dan vragen?
MAN
Moet ik dat aan u vertellen? Ik wil het juist aan God vragen, niet aan een mens.
DOMINEE
Als u mij niet wil zeggen wat u aan God wil vragen, dan kan ik u niet helpen.
MAN
Bent u soms de secretaris van God?
DOMINEE
Nee, ik ben een dienaar van God. En als zijn dienaar weet ik zo’n beetje hoe het werkt.
MAN
Hoe werkt het dan? Ik dacht dat ik hier in het huis van God was, en nu wil ik weten hoe ik aan God een vraag kan stellen? Waarom is dat zo moeilijk?
DOMINEE
Omdat u een zondig mens bent, en zolang de Heilige Geest uw hart nog niet heeft geregenereerd, kunt u niet bij God terecht.
MAN
Omdat mijn hart nog niet wat is?
DOMINEE
Geregenereerd. De Heilige Geest moet eerst uw hart regenereren, geestelijk vernieuwen, voordat u God kunt benaderen.
MAN
En hoe zorg ik ervoor dat die Heilige Geest mijn hart regenereert?
3.
DOMINEE
Daar kunt u niet voor zorgen. Het hangt ervan af of u door God bent uitverkoren. Als u inderdaad uitverkoren bent, dat zal de Heilige Geest vroeger of later uw hart regenereren.
MAN
En als ik niet uitverkoren ben?
DOMINEE
Dan is er voor u helaas geen hoop.
MAN
Geen hoop op wat? Geen hoop dat ik God een vraag kan stellen?
DOMINEE
Dat ook. Maar ook geen hoop op het eeuwige leven, helaas.
MAN
En heeft u dat wel, dat eeuwige leven?
DOMINEE
Ja, ik behoor gelukkig tot de mensen die uitverkoren zijn. Dus eerst heeft de Heilige Geest mijn hart geregenereerd, toen kon ik Jezus Christus als mijn heiland aannemen, en daarna kon ik God benaderen.
MAN
En ik kan dat allemaal niet?
DOMINEE
Nee. U moet afwachten, en misschien heeft u pech.
MAN
Maar wat is dan uw functie? Is het niet uw taak om mensen tot God te leiden?
DOMINEE
Het is inderdaad mijn taak om mensen tot God te leiden, maar dat geldt alleen voor de mensen die eerst geregenereerd zijn door de Heilige Geest.
(MORE)
4.
DOMINEE
Voor mensen zoals u kan ik niets concreets doen. Het enige dat ik mensen zoals u kan aanraden, is om zo vaak mogelijk naar een kerkdienst te komen, want een kerkdienst biedt een heilige gelegenheid voor de Geest van God om mensen aan te raken.
MAN
Dus ik kan toch zelf iets doen?
DOMINEE
U kunt niets uit uzelf doen om tot God te komen. Maar in kerkdiensten wordt door dominee’s het Woord van God verkondigd, en als u nou op zo’n tijdstip in de kerk bent, dan komt u dus onder het woord van God.
MAN
En als ik onder het woord van God kom, dan helpt dat om door God te worden uitverkoren? Stuurt hij dan zijn Heilige Geest naar me toe om mijn hart te regenereren?
DOMINEE
Nee, zo direct ook weer niet. God heeft mensen al uitverkoren voor de grondlegging van de wereld.
MAN
Voordat mensen überhaupt bestonden?
DOMINEE
Ja, voor de grondlegging van de wereld betekent vóór de schepping.
MAN
Maar ik wil God alleen maar een vraag stellen.
DOMINEE
Het spijt me voor u. Maar als u me zegt hoe u heet, dan kan ik voor u bidden.
5.
MAN
Maar als ik u goed begrijp heeft het geen zin dat u voor me bidt indien ik niet tot de uitverkorenen behoor. Of worden er na de grondlegging van de wereld toch nog af en toe mensen aan de uitverkorenen toegevoegd?
DOMINEE
Als dominee heb ik een speciale plaats in God’s Koninkrijk. Daarom kan mijn gebed misschien iets voor u betekenen. Niemand weet of God nog mensen toevoegt aan de uitverkorenen, maar de theologen willen het ook niet definitief uitsluiten.
MAN
Okay, ik heet Jan de Jonge. Uit Spijkenisse.
DOMINEE
Dan zal ik voor u bidden, Jan de Jonge uit Spijkenisse. En als God het wil, moge hij dan zijn Heilige Geest zenden opdat die ook uw hart zal regenereren.
Een jonge vrouw (JACOBINE) zit in een van de banken links van het gangpad. Ook zij heeft natuurlijk naar het gesprek geluisterd. Ze springt op.
JACOBINE
Ik denk dat u God op de verkeerde plek zoekt, Jan de Jonge.
Jan de Jonge kijkt verbaasd naar de jonge vrouw.
JACOBINE
Ja, u maakt dezelfde fout die honderdduizenden andere mensen ook hebben gemaakt. Al die mensen denken dat een kerk de beste plek is om God te zoeken, maar zo eenvoudig is het niet.
JAN DE JONGE (MAN)
Ik heb inderdaad mijn hele leven gedacht dat God en de kerk bij elkaar horen. Wilt u zeggen dat ik er mijn hele leven naast heb gezeten?
6.
JACOBINE
U niet alleen. En ja, u zat er waarschijnlijk naast. Maar misschien ook niet.
JAN DE JONGE
U spreekt in raadselen. En wie bent u eigenlijk?
JACOBINE
Ik ben Jacobine de Heer. Ik ben de dochter van die dominee op de kansel waar u net mee heeft gesproken.
DOMINEE
Jacobine, wil je alsjeblieft meneer De Jonge niet nog verder in verwarring brengen? Hij moet waarschijnlijk eerst de doctrine van regeneratie overdenken.
JAN DE JONGE
(tot de dominee)
Ik denk niet dat iemand nog iets kan toevoegen aan de verwarring die u daarnet al bij me heeft veroorzaakt, dominee.
(tot Jacobine)
En kunt u mij uw raadsel verklaren?
JACOBINE
Zeker wel. Alleen niet hier. Want ik ga dingen zeggen waar mijn vader het pertinent mee oneens is, en als we hier blijven praten dan zal hij ons continue in de rede vallen. We kunnen beter…
DOMINEE
…Dat is niet fair van je, Jacobine!
JACOBINE
Ziet u? We kunnen beter naar buiten gaan. Hiernaast is een leuk café.
JAN DE JONGE
Maar waarom zou u mij willen helpen?
7.
JACOBINE
Mijn vader heeft een roeping, zegt hij altijd. Een roeping om in dienst van God te staan. Maar hoe ouder mijn vader wordt, hoe onbuigzamer. Tot ik op een goed moment doorhad wat er aan de hand was. Mijn vader was niet langer meer primair in dienst van God, hij was inmiddels 100% in dienst van de kerk.
DOMINEE
Jacobine!
Jacobine reageert niet op haar vader en blijft praten tegen Jan de Jonge.
JACOBINE
Ik heb zojuist de beroepingsprocedure van de PKN doorlopen en wacht nu op een aanstelling. Maar ik heb veel vragen en grote twijfel. Daarom wil ik heel graag praten met mensen buiten de kerk. Misschien dat ik u kan helpen, maar u zou mij dus ook helpen. Ik wil weten waarom u naar God zoekt. Indien uw vragen binnen de kerk kunnen worden beantwoord, dan zou dat helpen bij mijn beslissing om mijn leven aan de kerk te wijden.
JAN DE JONGE
Tjonge, hier had ik natuurlijk helemaal niet op gerekend. Maar als ze in dat café goede koffie hebben…
JACOBINE
Mijn zusje werkt er.
Jan de Jonge draait zich naar de dominee en steekt zijn hand op.
JAN DE JONGE
(grijnzend)
Ik kwam hier om God te zoeken en ik vertrek met uw dochter.
DOMINEE
God’s wegen zijn ondoorgrondelijk. Overigens kom ik ook vaak in dat café!
8.
INT. GROTE PLAATS - CAFÉ - DAG
Het café bevindt zich in een industrieel erfgoed gebouw, en beslaat een grote zaal met hoge plafonds en hoge vensters in stalen frames. Het licht gutst naar binnen. Een enorme bar vormt een eiland in de ruimte. Jacobine de Heer en Jan de Jonge klimmen op een barkruk.
JAN DE JONGE
Kunnen we elkaar gewoon bij de voornaam noemen, alsjeblieft?
JACOBINE
In mijn gedachten was ik daar al mee begonnen.
Vanaf de andere kant van de toog komt een jonge vrouw aanlopen. SUZANNE, twee druppels met Jacobine.
JACOBINE
Mijn tweelingzus, Suzanne.
(tot Suzanne)
Dit is Jan de Jonge. Hij kwam de kerk van papa binnenlopen en ze raakten aan de praat, maar papa kon Jan niet overtuigen, en ik vond de uitleg van papa ook behoorlijk onverteerbaar, eerlijk gezegd.
SUZANNE
Hoi Jan. Mijn vader komt hier iedere dag om kwart over elf koffie drinken en aangezien het nu elf uur is, moet jullie opschieten als je even ongestoord wil praten.
JAN DE JONGE
Goh, het lijkt wel of jullie vaker met mensen zoals ik te maken hebben.
9.
SUZANNE
Jacobine heeft het moeilijk op zit moment. Onze vader is niet meer de vriendelijke en beminnelijke christen van vroeger. Hij is de afgelopen twee jaar steeds harder geworden in zijn uitspraken. En Jacobine heeft nou juist vanwege onze vader destijds besloten om theologie te gaan studeren omdat ze ook in dienst van een gemeente wilde staan. Enfin, koffie?
JAN DE JONGE
Heb je gewone Hollandse filterkoffie?
Suzanne lacht en kijkt haar zus aan.
SUZANNE
Heb je hem daar ook over verteld?
JAN DE JONGE
Waarover verteld?
SUZANNE
Iedereen wil tegenwoordig exotische koffie’s, maar Jacobine en ik drinken het liefst gewone filterkoffie.
JACOBINE
Met koffieroom.
JAN DE JONGE
Ik ook, als het maar uit een glazen flesje is, niet van die kleine plastic kuipjes die je niet open krijgt zonder te spetteren.
SUZANNE
En koffieroom uit een flesje. Och, Jan, had je maar een andere naam, dan hadden jij en Jacobine misschien een toekomst samen.
JAN DE JONGE
Mijn werkelijke naam is Raoul Marquez de Castillon, maar dat is te moeilijk voor de meeste mensen. Bovendien schiet bijna iedereen in een stuip als ze horen dat ik Markies ben. Daarom stel ik mezelf voor als Jan de Jonge.
10.
JACOBINE
Raoul Marquez de Castillon? Dat klinkt heel Spaans maar je ziet eruit als een autochtone Nederlander!
JAN DE JONGE
Het Markiezaat van Castillon is al generaties lang een klein Nederlands eiland temidden van de Spaanse adel. Mannelijke erfgenamen moeten verplicht met een Nederlandse vrouw trouwen, anders vervalt het Markiezaat aan de stad Léon.
SUZANNE
Jacobine is Nederlands.
JACOBINE
Maar Jan kwam om God te zoeken, en wij kwamen hier om koffie te drinken voordat papa erbij komt.
SUZANNE
Te laat, daar is hij al.
Dominee de Heer komt het café binnen. Hij loopt op zijn dochters af, schuift een barkruk naar zich toe en neemt plaats zo half tussen Jacobine en Jan de Jonge.
DOMINEE
Voor mij ook een koffie, alsjeblieft, Suzanne.
Het Nederlands kent een veelzeggend spreekwoord: er gaat een dominee voorbij. Dit wordt gebruikt wanneer in een gezelschap een stilte valt die langer duurt dan comfortabel is. Maar in het spreekwoord gaat de dominee ook weer weg, dat is immers het kenmerk van voorbijgaan. Hier in het café komt de dominee erbij zitten! Dat is werkelijk een hele nieuwe dimensie aan oncomfortabel.
Uiteindelijk is het de dominee zelf die de stilte verbreekt.
DOMINEE
Zo, Jan de Jonge…
JACOBINE
Zijn echte naam is Raoul Marquez de Castillon.
DOMINEE
Maakt niet uit. Wat ik vragen wilde, is of u…
RAOUL (JAN DE JONGE)
…U heeft erg leuke dochters.
MISSCHIEN WORDT DIT OOIT VERVOLGD…
…maar zolang het niet af is, hoort dit eigenlijk thuis in de rubriek ‘Onzinnige Verhalen.’
❧
Tags: kerkdienst
Geschreven: 9 mei 2021
Je bent hier:  Inhoud Nederlands » Brieven & Dialogen » Dialogen » Dominee & dochters